Kookboekpraatjes vullen gaatjes!




Toen ik eind 1995 het stokje van bestuur van het agentschap voor Portugal overgedragen kreeg, haalde ik verlicht adem. Na iets meer dan drie fantastische jaren op post te zijn geweest in Praag, tot zomer 1994, (waarover ik later meer zal vertellen) werd ik voor een aantal eindeloos durende maanden geparkeerd in een studiegroepje in Rotterdam, direct aan de moederborst van het bedrijf, maar ver van de schoot. Opgesloten in een kleine vergeten ruimte, ver van het dagelijkse gebeuren, ergens achter de eng stille directievertrekken.
Vanuit organisatorisch oogpunt was dat een goede zet: opportunistisch dicht bij de uitgang, zo niet al met de billen ferm op de klink.
Ik had weinig illusies. Mijn hele vroege leven had mijn vader mij voorgehouden dat je altijd je rekeningen moest betalen binnen zeven kalenderdagen na ontvangst, nooit rood mocht staan bij de bank, nooit op de pof moest kopen en tenminste méér dan gemiddeld én Frans én Duits én Engels moest spreken en schrijven, als belangrijkste spil voor internationaal zakendoen. Het wemelde in Nederland in die tijd van de instituten waar men cursussen handelscorrespondentie (hoe verzin je zo'n naam?) in een moderne taal kon volgen, nu volkomen uit de tijd, maar Pa geloofde heilig in het gelijktijdig inademen van lokale leefkunst, spraakkunst en cultuur, (zelfs soms wat meer cul dan tuur) voor optimale resultaten. Daarnaast was zijn vaste opinie dat je voor je 35ste in Nederland niets kon betekenen in de hiërarchie van een internationaal bedrijf. Een baan voor het leven, zei hij, is  grotere onzin dan een plaats in de hemel voor Hitler. Als innemend mens, met brede belangstelling voor, en loyaliteit naar, de mensen om hem heen, zonder enig gevoel van verhevenheid boven een ander, maar met een groot gevoel voor humor en het absurde, was hij overal graag gezien, grotendeels door belichaming van deze stellingen.
Niettegenstaande mijn jeugdige drang om dergelijke goede raad van ouders naar de prullenbak te verwijzen als “niet meer van deze tijd”, “ouderwets of “bemoeizucht” (een impuls die mij klokslags verliet toen mijn eigenwijze eerste dochter via een keizersnede voor het eerst in mijn armen werd gelegd), heeft, e.e.a. toch altijd in mijn onderbewustzijn een spoor nagelaten. Ondanks de nog lang na de oorlog door velen aanbeden mantra, dat banen voor het leven moesten zijn, was het mijn conditionering, dat dit niet waar kón zijn, die mij later heeft behoed, toen bleek dat die Ouwe gelijk had.

En hier zat ik dan afgezonderd in een klein, kaal vertrekje op het hoofdkantoor, met zeer veel buitenlandse-, praktijk-, bestuurs- en andere ervaring, met een meer dan gemiddelde kennis van vier buitenlandse talen, opgegroeid in een groot aantal verschillende onderdelen van het bedrijf. Ik zat daar met twee door mij zeer gewaardeerde collega’s, ex-expats, die kennelijk ook op het vallen van de guillotine zaten te wachten, maar we spraken daar nooit over om het noodlot niet te tarten. Onze opdracht was het uitvoeren van scheepvaartkundige 
fröbelwerkjes, tot werkelijk nut van niemand. De 35 gepasseerd, besefte ik dat ik hier mijn tijd zat te verdoen. Er was sprake geweest van een post in Portugal; tegelijkertijd vernam ik van mijn contacten bij “personeel”, dat in de laatste 25 jaar het aantal expats was teruggelopen van 880 naar 80 en zeker nog 40 moesten afvloeien Rondkijkend naar wie verdwenen waren en wie er nog zaten, was slechts één conclusie mogelijk, maar één mantra, die voor mij de totale waarheid verwoordde: Wie het dichtst bij het vuur zit, warmt zich het meest en loyaliteit telt voor heel weinig. Het bedrijf leed duidelijk aan bloedarmoede. Ik besloot, laf, nog even af te wachten.

Intussen besteedde ik veel vrije tijd aan het knoeien met de redelijk nieuwe school-Mac van mijn kinderen, een aandenken van de Internationale school van Praag. Zo ontmoette ik via het Mac-circuit en diverse beursbezoeken een nabij wonende behulpzame Mac-makker en zijn jeugdige familie. Later zou blijken hoe nuttig deze ontmoeting voor beide partijen uitpakte, om over nauwe vriendschappen en wederzijds onbreekbaar vertrouwen niet eens te spreken.

Na enkele weken met dichtgeknepen billen, kwam uiteindelijk het verlossende woord: Portugal was er klaar voor.
Ik was nog geen ongewenst kind, van deze arme, bloedarmoeder.


Ketchup (3)
Er zijn nog steeds mensen die stellig beweren dat het eten in het verleden altijd beter en lekkerder was dan in het heden. Men denkt dat er heel vroeger geen conserveermiddelen in voedsel zaten, dat het beter smaakte en gezonder was. Dit idee wordt ingegeven door het feit dat iedereen tegenwoordig via het etiket kan weten wat (bewezen veilig) toegevoegd is, iets wat de producenten soms haten en proberen te verdoezelen. Zoals producten met "Nu alleen met natuurlijke smaak- en conserveerstoffen". Ja hoor, ze hebben gelijk. De onnodige voedingskleur rood bv. is poeder van fijngemalen kevertjes! Vroeger ging er vaak gips door het brood om het witter te maken. Tahoe kun je echter alleen maar maken met behulp van natuurlijk gips en je wilt niet weten hoeveel natuurlijke conserveerstoffen, die vroeger gebruikt werden, dodelijk giftig zijn. Daarnaast vraag ik mij af of er nog veel mensen zijn, die het eten van vroeger zoveel beter vonden, in de winter die "lekkere", rimpelige, voze appeltjes eten van zolder. Ik ril bij de gedachte, aan wat er bij sommige mensen uit de Weckfles op tafel kwam. Soms lees je in een blad of krant een recept om zelf jam of chutney te maken. Een z.g. recept van "grootmoeder", voor 10 kg of meer tuinfruit, bijvoorbeeld, waarin notabene nog voorgeschreven wordt potten en flessen met soda te wassen, (ik schreef bijna wasschen), en de controle van de opstijving te verrichten "met koude schoteltjes". Flauwekul. Wat je in deze tijd moet weten is dat je geen jam moet maken van meer dan een paar kilo vruchten. Veel te veel werk. Je moet weten dat glaswerk steriel is, direct uit de vaatwasser. Dat je de temperatuur van het glas voor afvullen verhoogt door een paar minuten in de magnetron. Dat de juiste consistentie van de jam bereikt is bij 104 graden kookpunt en dat je die temperatuur pas bereikt wanneer grofweg 1/3 van de vloeistof is verdampt. Dat een metalen liniaal daarom handig is en de nauwkeurigste elektronische Duitse vlees- en suikerthermometer slechts €16 kost. En nee, pectine is geen chemisch product. Dan weet je ook dat Oma's kookboek met al die fantastische recepten van vroeger de openhaard in kan en jam goed en goedkoper is bij AH. Behalve wanneer je sjemhobbyist bent of wordt, en creatief wilt zijn. Die de tijd neemt om met de familie gezellig aardbeien, bramen of bessen te plukken. Of om eigen combinaties van fruit te gebruiken, of of of! Mijn vaste gebruik is om in iedere pot een stokje kaneel, citroenschil o.i.d. "in te bouwen" en voor iedere hoeveelheid jam zoute boter toe te voegen voor extra body. Kom daar elders maar eens om!
We zijn met ketchup begonnen. Daar wil ik nu mee eindigen. Het is lang geleden dat ik mijn eigen ketchup gemaakt heb. De recepten voor ketchup zijn op het internet volop te vinden. Vermijd toevoegingen van verdikkingsmiddelen omdat die bederf in de hand werken, die je alleen met conserveermiddelen kunt tegengaan.
Dit eerdergenoemde recept komt uit Virginia, V.S.), rond 1920 of zelfs 30/40 jaar eerder:
 
Tomato Soy
1.2 - 1.4 kg gehakte, gepelde tomaten in eigen sap ( +/- 3 blikjes), of een gelijke hoeveelheid gehakte rijpe, verse tomaten zonder vel of pitjes, plus 4 eetl. tomatenpuree
150 gr zure augurkjes(vaak cornichons genoemd, zeer fijn gehakt. Ik zie deze toevoeging als onnodig en daarom als optioneel)
8 middelgrote uien, geschild en zeer fijn gesneden
900 tot 1000 gr kristalsuiker, afhankelijk v/h uiteindelijk basisgewicht van de tomaten
1 eetl. fijngemalen/gestampte zwarte peper
1 eetl. fijngemalen/gestampt mosterdzaad (of grove mosterd)
1 theel. kaneelpoeder
1 theel. kruidnagelpoeder
2 eetl. Worcestershire sauce
1,5 eetl. zout (Voeg het zout liever na het kookproces toe, naar smaak of inzicht)
5 dl witte azijn
Doe alle ingrediënten in een grote pan (verdamping!) en laat alles zachtjes koken op lage vlam voor tenminste 2 uur of tot de juiste indikking. Roer regelmatig, vlak over de bodem, tegen aanbranden. Vul gesteriliseerde jampotten, (+/- 8), met hete saus, sluit goed met een schone deksel en draai de potten om ter afkoeling. Na opening in de koelkast houdbaar voor enkele weken.
Een ander optie is: vul geschikte plastic zakjes met kleine porties saus, vries die in. Voor gebruik zakje ontdooien, vervolgens in een potje laten zakken en het uitstekende deel afknippen.
 


>> Over toeval
Plaats een reactie

Nog geen toevoegingen aanwezig.