Kookboekpraatjes vullen gaatjes!




Mensen zijn maar mensen. Een waarheid als een koe, want wie melk wil hebben moet aan tieten durven trekken.
We hebben allemaal de menselijke neiging de vreemdheidsgraad van onze medemens, dus ook onze werkcollega’s, aan onszelf te meten. Ik zeg je wat ik vreemd vind en een ander begrijpt wie ik ben. Zeg mij wat je eet en ik zeg je wie je bent, het credo van de gastronoom Brillat-Savarin, geldt hier op een eigen manier. Het schrijven van een stukje als dit, kan daarom uitlopen op een soort psycho-analyse van de schrijver. Gepokt en gemazeld, als ik denk te zijn durf ik dat best aan. Want het gezegde “een dag gewerkt zonder één keer gelachen te hebben, gelijkt een boterham zonder boter” is voor mij altijd waar gebleken.

Een vroeg voorbeeld hiervan in mijn loopbaan was de wat pedante, niet erg jonge tot Amerikaan genaturaliseerde Nederlander in het New York kantoor. Als secretaris van de Incorporation (Inc.), de Amerikaanse versie van een N.V., was mister van Winck verantwoordelijk voor alle officiële stukken, contracten en uitvoering van wettelijke eisen aan ondernemers, zoals dat in het Anglo-Saksische bestel geëist wordt. Hij vond zichzelf daarom kennelijk zeer belangrijk, want hij zorgde dat de twee nieuwe trainees, Bobbie en ik, een visum kregen, hij schreef onze aanstellingsbrieven, hij regelde onze woonruimte en een bureauplek in het kantoor. Van Winck werkte vanwege zijn vertrouwenspositie alleen, in een hoek van de open kantoorruimte in bijna goddelijke, Olympische afzondering, die zijn positie alleen maar onderstreepte. Naar Amerikaans gebruik tekende hij zijn correspondentie met al zijn initialen: A.H.S. van Winck. Hoe meer initialen je bezit in de V.S., hoe belangrijker je potentieel bent. Je ziet dan ook zelden een naam in het bedrijfsleven met slechts twee of minder initialen. Soms inclusief de bijnaam: A.P.B, (Chip) Monkey. Helemaal top is het gebruik van de walgelijk pretentieuze toevoeging "The Second", "The Third", etc., als eenzelfde voor- en achternaam meerdere malen in opeenvolgende generaties gebruikt wordt. Door bv. zoon, vader en grootvader. Mijn walging is vast een Nederlandse onderbuikreactie, want tenslotte bestaat er voor ons maar één Willem de Eerste en één Willem de Tweede. De rest móet gewoon goedkope nep zijn.
Darius Richard Bernard van der Pluim: van Winck vond hartgrondig dat mijn ouders mij gunstig hadden bedeeld. Zelf was hij er kennelijk ook goed van afgekomen, want A.H.S. Ván Winck kon drie initialen tonen én zijn voornaam (zoals Amerikanen "van" interpreteren). Niemand noemde, noch kende, ooit de echte roepnaam van Ván Winck; Ván was diep ingeroest. Op de dag voor mijn overplaatsing naar Europa, bijna 30 maanden later, prikte ik door nieuwsgierigheid gedreven toevallig op kostelijke wijze door zijn pedanterie en aura van zelfimportantie en deftigheid heen. "Hoe heet u nu eigenlijk echt?", vroeg ik bij het afscheid op de man af. "Adriaan", antwoordde hij. "En verder?". Hij keek mij even weifelend aan en bekende toen: "Verder niets, alleen Adriaan. Die H.S heb ik er ooit aangeplakt en betekent Him Self, dat staat beter". Ik kreeg een inwendige lachbui maar liet niets merken.
Iemand wist mij later te vertellen, dat de in Váns briefhoofd genoemde initialen M.S., de gewoonlijke aanduiding van de typiste, ook nep waren. Hij had geen secretaresse of vaste typiste. Hij typte zijn correspondentie altijd stiekem zelf op een oude Remington. M.S. stond simpelweg voor My Self. Duidelijk toch?
Honi soit qui mal y pense! Schande aan hem, die er schande van denkt.
Dat staat zelfs in het officiële wapenschild van H.K.H. de Britse koningin.

(Meer vreemde mensen die mijn pad kruisten volgen)

 



Mensen zijn maar mensen (2) <<