Kookboekpraatjes vullen gaatjes!




(Op een morgen, personeelsafdeling, hoofdkantoor Rotterdam).
Bent u meneer Swarte?
De man met de dagelijkse verantwoordelijkheid voor Personeelszaken Samenwerking?

 

       Inderdaad; dan bent u waarschijnlijk de heer van der Pluim, recentelijk terug van kantoor New York, ex-trainee en een directe collega van de heer Bob Smit, nietwaar? Gaat u zitten. Kopje koffie? Sigaretje? Welkom. Prettig kennis te kunnen maken; veel over u gehoord i.v.m uw nieuwe plaatsing.

 

Insgelijks. Klopt helemaal; nee dank u, ik heb nog koffie op mijn bureau staan (Grapje:) want anders kan ik niet slapen vanmiddag.  Roken doe ik sowieso nooit.

 

       Oh, wat goed van u. Ik kan maar niet stoppen. Wat kan ik voor u betekenen? U weet dat Bob Smeets naar Kopenhagen is verhuisd vorige week en het reeds eerder uitgezonden contingent van zeven of acht van onze mensen heeft versterkt? Leuk toch, zo'n internationale samenwerking met Denen, Zweden en Noren. Dat is weer eens wat anders dan een eenvoudige interne overplaatsing naar Afrika, waar ik een paar jaar gezeten heb. Weet u zeker dat u geen kopje koffie wenst?

 

Heel zeker, (grapje:), noch bier, borrel of bitterbal.

 

(Haalt omstandig een sigaret uit een pakje en steekt hem even omstandig op).
        Wij rookten en dronken veel bier in die contreien. (Grapje?:) Het was er warmer dan in Kopenhagen. Scandinaviërs hebben een hele andere mentaliteit dan Afrikanen. Toch goed dat we met de Duitsers niet in zee wilden gaan voor de samenwerking. Wij Nederlanders werken veel hechter samen met Engelsen; beter nog, wij hebben dezelfde mentaliteit en eender gevoel voor humor. Ik herinner mij nog steeds hun droppings van Zweeds wittebrood, spam en chocola aan het einde van de hongerwinter. Over de Spaanse Polder. Men zegt dat Denen net zo strak werken als die Reederei-Moffen uit Hamburg, maar meer Engels gevoel voor uitvoering en humor hebben. 
Het is alleen opvallend, dat sinds zoveel van onze collega's regelmatig in Denemarken zijn voor overleg, de hoeveelheid te verspreiden bruine, interne-postenveloppen, (u weet wel, die met de ingeponste gaten,  met het stempel Persoonlijk/Vertrouwelijk), explosief gestegen is. Omdat de kleur roze onder die gaten overheerst, doet het gerucht de ronde dat het niet om officiële stukken of zelfs "De Deense Lach" gaat, maar om pornoblaadjes, die daar vrij te koop zijn. Hoe gaat het met u in het Regional Office, naast de Mariniers op de Willemskade?

 

Daar wilde ik het juist over hebben, meneer Swarte. Zeven mensen, (grapje:) en een Zweed en een Japanner, zijn nu mijn collega’s, zoals u weet. Ik heb de eerste vier weken achter de rug: allerlei organisatorische zaken, inrichting en zo, meegeregeld. Daarnaast hebben we zeer recentelijk officieel bezoek gehad van de opper-directeur uit Kopenhagen. Met alle collega's hebben we toen op Katendrecht ge-Chineesd ter ere van hem en de nieuwe organisatie. Zijn reputatie is die van een nurkse gorilla, die graag Nederlanders vreet. Hij werd prompt pisnijdig (terecht) toen een onverstandige collega de krant bleek te lezen, terwijl hij een  welkoms- en introductiespeech afstak. De man is doodsbenauwd dat ons Regionaal Kantoor gaat dansen naar de pijpen van de Rotterdamse partner, in plaats van de zijne! (Grapje:) Als we het van een Deens gevoel voor humor moeten hebben, zoals dat van deze Gorilla, zijn we in de aap gelogeerd. Intussen ben ik eigenlijk nu al een beetje uitgekeken op dat kantoor. De Regional Manager heeft mij daarom aangeraden een gesprek met u te hebben. Heeft u even tijd?

 

        Natuurlijk. Zegt u het maar. Echt niet tóch een kopje koffie en een sigaretje? Oh nee, sorry, u rookt niet. Vindt u het goed als ik er nog eentje opsteek?

 

Meneer Swarte; ik heb bijna drie jaar een stage doorlopen in een organisatie die vele malen groter is dan mijn huidige werkomgeving. Ik heb bijna drie jaar geleefd in een der grootste en meest bruisende steden ter wereld, met letterlijk alles wat in Rotterdam ontbreekt. Ik heb ondanks mijn bescheiden positie daar veel vrijheid gehad om taken uit te voeren naar eigen inzicht. Verder ken ik Denemarken en de Denen redelijk goed vanuit mijn vierjarige leertijd in Hamburg, met en tussen Denen. En u, eh, (correctie): men, heeft mij kennelijk veroordeeld tot een leven totaan mijn pensioen als een schrijfmachineslaaf; een deskjockey zoals men dat in de V.S. noemt, aan één bureau voor vijf mensen, met de chef aan tafel. Waarom werd Bob Smeets wel naar Kopenhagen gepromoveerd en ik niet? Ik gun hem die promotie van harte, da's een hele goeie vent, maar waar ben ík dan in tekort geschoten? Moet ik dan toch gaan zoeken naar een andere werkgever, bv. in Londen? Ik had in Hamburg notabene al zo'n aanbod gekregen: chartering, Baltic Exchange en zo.

 

(Dertig seconden stilte; over het bureau leunend, steeds dichter bij mijn gezicht, de net aangestoken sigaret uitdrukkelijk in de asbak ter aarde bestellend; een zachte fluisterstem met méér dan een hint van samenzwering): 
        Maar beste Darius, (mag ik Darius zeggen?), u heeft het absoluut niet begrepen. Dat neem ik u niet kwalijk want ik ken uw situatie uit eigen ervaring. En daarom zit ik hier. Trek alstublieft geen verkeerde conclusies. Wij spreken er niet openlijk over, om overduidelijke redenen en de niet te vermijden potentiële, negatieve gevolgen. Dus ik zeg u dit met het vertrouwen op uiterste discretie: de directie heeft ons, de Personeelsafdeling, opgedragen dat de beste mensen, dus de mensen met uw soort ervaring en een goede toekomst, behouden moeten blijven voor ons bedrijf in Nederland. Ziet u: u en uw directe collega's in Regionaal Kantoor worden gezien als het neusje van de zalm, nodig voor een optimale ontwikkeling van deze belangrijke samenwerking. De kneusjes, waar we niet omheen konden, hebben we daarom ingedeeld bij kantoor Kopenhagen. U hoeft hier absoluut geen spijt over te hebben. Het komt wel goed. Wilt u nu toch nog een kopje koffie?

 

(Ik besefte toen dat het geen enkele zin had verder te praten met deze vriendelijke, sympathieke, maar voor mij een te gladde prater en acteur. Het noodlot moest maar even zijn beloop hebben. Smeets, die kennelijk gelijke gevoelens had als ik en beslist geen kneusje was, kreeg kort daarna een conflict met Mister Grumpy en nam ontslag. Hij plande een eigen carrière in de V.S. waarop ik als zijn vervanging werd overgeplaatst naar Kopenhagen op instructie van Grumpy himself, die een onorthodoxe, soms bizarre, maar vooral binnen de eigen organisatie, een gewaardeerde leider bleek te zijn. In ieder geval gezien vanuit mijn positie. Toen ik vele jaren later mijn gesprek met Swarte opgroef, tijdens een uitbundige borrel met de kneusjes, die intussen mijn gewaardeerde, directe collega's en trouwe vrienden waren geworden, ging er bij mijn verhaal luid gelach op. Diverse collega's bekenden toen dat zij ooit een identiek gesprek met Swarte gevoerd hadden, inclusief de eindeloze aanbiedingen voor koffie en een sigaretje, waarin hij stijf en strak verdedigde dat zij maar beter naar Kopenhagen konden gaan, of om daar te blijven, i.v.m. de voortgang van hun succevolle verdere loopbaan. Want de directie had hem, immers, specifiek opgedragen de kneusjes in Rotterdam te laten!)

 

Coq au vin (cidre)

Ofwel: Haan in wijn. Een traditioneel Frans volksgerecht. Maar haan?

Het oude, kantjeboord grapje, "Hoe maak je een half haantje klaar", met als antwoord "Met behulp van een half kippetje", roept vragen op. Ik heb in mijn wilde vrijgezellentijd vaak in Duitsland en Oostenrijk het half haantje op het menu zien staan, maar mij nooit afgevraagd of de klant kon proeven of dat nu echt een (noodzakelijkerwijs gecastreerd) haantje was i.p.v. een hennetje. Hoe zie je dat? Hoe proef je dat? Of is dit zoals het bestellen van een Coca Cola en het voor je neus krijgen van een Pepsi Cola? "Heute bleibt die Küche kalt, wir gehen in den Wienerwald" staat nog steeds in het geheugen gegrift van miljoenen binnen en buiten Europa, die het ook nooit geweten hebben. Tegenwoordig, is bij de KFC deze vraag in het geheel niet actueel, noch of het om plofkip gaat, noch of de uit gore kipsmurrie gevormde nuggets werkelijk de naam kip of haan verdienen. Zuiver is het zéker niet. Je zult mij echter nooit bij de KFC tegenkomen om de waarheid te zoeken. Wat echter waarheid is, is dat de industrie hennen wenst voor de eieren, en in Nederland en België het castreren van haantjes verboden is. De langere tijd voor vetmesten van hanen maakt daarmee dit product onrendabel. Daarom gaan de mannelijke kuikens in Nederland en masse naar de dierentuinen en de gaskamers. Ergo: in Nederland  en België is een menu-haantje geen haan, tenzij het beest op het menu aangeprijsd is als (geïmporteerde) kapoen. Duidelijk dus.

Coq au vin leerde ik maken toen ik snode plannen legde om Birte, een petite-ig rossig Deens meisje, dat ik had ontmoet in de Deense Vereniging, die in het nuttige bezit was van een Kever, te verleiden met als excuus een uitnodiging voor een studentenvreetfeestje. Mijn moeder, die alleen van het feestje wist, verstrekte mij het van der Pluim huisrecept voor C-au-V. Dit gerecht lukte boven alle verwachting goed. Iedereen at zich vooral vol aan mijn paarse (van de meer dan voorgeschreven rode wijn) creatie. Alleen Birte was niet onder de indruk omdat zij vegetariër bleek te zijn. Nooit aan gedacht. Unskuld! Caught without my pants down! Mijn appeltaart van een week later maakte iets goed. Maar écht goed kwam het niet meer. 
Hier, bij mijn slagertje, kan ik drie soorten hoender kopen: goedkope, verse hen, die heerlijk smaakt, zoals (piri-piri)kip mij al meer dan 30 jaar smaakt in dit land. Als alternatief de duurdere vrije uitloopkip (hen), vlezig, zwaarder, met van dat gele "maisvet", en forse hanen, de duurste versie. Die heten capão, (kapoen, capon, chapon, kapaun of chappone in Algemeen Beschaafd Europees). Deze flinke jongens beginnen soms al de allures te krijgen van een kleine kalkoen. Het recept volgt in het volgende stuk.

 

 

 



Op de barricaden <<