Kookboekpraatjes vullen gaatjes!




Het ontbreken van de comfortabele douche die ik op kantoor mocht gebruiken, was een groot gemis. Temperaturen onder het zinken dak van de dienstbodekamer waar ik woonde, liepen op tot meer dan 35 graden. Op straat was het zelfs op de terrasjes niet uit te houden. Het kleine steekraampje gaf geen enkele doortocht en ik durfde niet met open deur te slapen. De wasbak op de gang, met het koperen kraantje, was voor kleding bedoeld, maar de andere bewoners (die ik nooit zag), hoorde ik daar altijd iemand schorluidruchtig in rochelden. dus bleef ik verre van het smerige emaille vol met roestige plekken. De bril-loze wc was eveneens te vies om te gebruiken. Ik had, zoals eerder verteld, daarom een klein gietertje gekocht om 's nachts in te kunnen plassen en leegde e.e.a. door het dakraampje naar buiten. Na een aantal weken van hitte hadden de urinezuren een gleuf gebeten door het zink van het dak en moest ik ophouden met deze handige, maar vunzige, studentikoze oplossing. Ik werd toen genoodzaakt ’s nachts weleens 4 verdiepingen naar beneden te moeten om het kantoortoilet te gebruiken. Van Sweden had gezegd dat er een badhuis in de buurt was. Daar ging ik een dag na zijn vertrek naar op zoek. Ik vond het in een gebouw in een Hausmann-buurt, opgetrokken rond 1870. Het was maar 10 minuten lopen. Ik vond het meteen. Een aantal ingemetselde zandstenen blokken proclameerden met gebeitelde letters dat dit Les Bains Publiques waren. Daaronder bevonden zich twee groene deuren, gemerkt “Dames” en “Hommes”. Gescheiden seksen. Ik stapte een kleine lege wachtkamer binnen, gemeubileerd met een paar krikkemikkige stoelen. Er stonden ergens in die ruimte een tafeltje en een rek met handdoeken, stukken savon de Marseille, wat verpakte kammetjes e.d. bewaakt door een forse oudere man gekleed in een singlet en een slobberbroek, in cinquante nuances de blanc. De spreekwoordelijke peuk Gauloise, die uit zijn mondhoek hing aan een nicotine-bruin geïmpregneerd uiteinde, vloekte met zijn professionele hout-en-kurk-sandalen. Uit een oude radio klonk de dwingende stem van Edith Piaf en haar Milord. Ik betaalde 1 Franc, de tegenwaarde van 30 Nederlandse centen, voor een douche-sessie en kreeg daarvoor een handdoek en een 16de-hands stuk groezelige zeep. Dom genoeg kwam ik er niet op een nieuw stuk te kopen van het tafeltje. De badmeester ging mij over de 19de-eeuwse, gebarsten, betegelde vloer voor naar een cirkelvormige ruimte die rondom bestond uit douchehokjes, ieder afgesloten door een slecht geverfde bruine deur. Het plafond was hoog, witgepleisterd, met veel vochtplekken en schimmel. Het geheel leek op een onsmakelijke in punten voorgesneden chocolade taart en in niets op wat ik mij had voorgesteld, gebaseerd op de verhalen van een oude tante, die ieder jaar de baden in Boedapest voor een week bezocht. In de hokjes waren een warme en een koude kraan, een uit het plafond stekende grote ijzeren douchekop met een doorsnede van 40 cm, een natte vlonder, een droge vlonder (allebei van hout), een zwabber en een houten stoel. Aan de muur een paar kleerhaken. “Allez jeune homme, je hebt 10 minuten water, voor een tweede ronde betaal je 50 centimes. Bonne chance.” Hij draaide aan een paar centrale afsluiters, zette de kranen in het hokje open, waardoor Ediths liefdesverdriet ineens leek te fluisteren door het gekletter van het water en het bonken van pijpen. Hij verdween naar zijn tafeltje.
Ondanks de armetierige troep rook de handdoek schoon naar Savon de Marseille, een bruine zeep versie van groene zeep, gaf de roestende douchekop overvloedig warm water en waren de cementen vloer en het afvalputje brandschoon. Tot mijn verbazing waren nergens zeep- of kalkresten te bespeuren, noch de gebruikelijke gruwelijke menselijke haren. 
Desondanks besloot ik zo spoedig mogelijk een andere oplossing te vinden voor een beter stortbad dan dat van monsieur Hausmann en zijn badmeesterlijke vriend.
Ik was echter voldoende schoon om de volgende dag mijn grootvader in stijl af te halen van de D-trein uit Brussel, te Gare du Nord.

(Wordt vervolgd)


Luie Sushi (Sushi Salade)
In mijn blog van 21 juni heb ik verteld over Ai-Chan, vriendin van mijn echtgenote, en haar tafelzuur, als je dat zo noemen mag. Het gerecht dat zij daar thuis al bijgemaakt had, bleek heel eenvoudig te zijn. Ik heb het in Japan nooit gegeten, maar was daar maar een week voor zaken, dus dat is begrijpelijk. Op het Internet gezocht heb ik twee keer een versie gevonden, die Sushi Salade wordt genoemd. Opvallend is dat in beide gevallen de auteurs suggereren dat zij het zelf hebben uitgevonden, maar dat is beslist niet zo.
Voor mij is het Sushi voor Luie Mensen, maar omdat dat mijn lezers misschien te kort doet, kies ik voor Luie Sushi. Lui, omdat alle sushi ingrediënten, die je zelf lekker vindt, gebruikt (kunnen) worden, maar niet, tijdrovend, opgerold hoeven te worden.
Het is zeer simpel; zoek er eventueel eerst een of twee sushi recepten bij op ter oriëntatie.


Maak sushi rijst op de aanbevolen manier met rijstazijn, Japanse ketjap en wat suiker. Pas op met zout; de soja is zout genoeg. Laat de rijst goed afkoelen in een ruime schaal. 
Leg daarop in laagjes de gebruikelijke, in blokje gesneden, komkommer, worteltje, eventueel wat in kleine stukjes getrokken sla, of avocado. 
Gevolgd door een in reepjes gesneden omelet van twee eieren, en in kleine blokjes gesneden hyper verse rauwe zalm en/of een handvol Hollandse garnalen. Laat de hoeveelheid afhangen van het aantal eters. De zalm kan ook gerookte zalm zijn, of zalm die in de magnetron snel net gaar is schoten
Strooi hierover een eetlepel drooggeroosterde sesamzaadjes.
Als laatste kruimel je daar nog een of twee blaadjes nori (droog zeewier) overheen.

Nu alles voorzichtig mengen en eten met het bovengenoemde "tafelzuur", de gebruikelijke roze zoetzure gember, soja en wasabi. Ik neem er ook graag in dunne plakje gesneden ingelegde takuan (gele radijs) bij, te koop in de Chinese winkel.

P.S. Laat de mayonaise in de kast. Dat is echt niet Japans.

 


 



Roger la Grenouille <<
Plaats een reactie

Nog geen toevoegingen aanwezig.