Kookboekpraatjes vullen gaatjes!




Op de laatste donderdag van juli, na mijn uitje naar Le Havre met de P & O-cruiseklanten, zat van Sweden al rond half acht in het kantoor op mij te wachten. Na het obligate dagelijkse handdrukje wuifde hij mij losjes naar de bezoekersstoel tegenover zijn bureau. Hij wilde even een praatje maken zei hij. Ik begon van Sweden als een gewaardeerd familielid te beschouwen: met zijn grijze, goed onderhouden kapsel en manicure, de geborstelde gleufhoed, het perfect zittende grijze pak, zelfs in de hitte, de hint van water, scheerzeep en een bescheiden after-shave, was hij eenzelfde verschijning als mijn Rotterdamse grootvader.
Opa had een damesconfectie-atelier, tot vlak voor de oorlog samen met zijn vader en later met zijn zoon. Na de oorlog, op de Oude Dijk te Rotterdam, werden door een 40-tal coupeuses onder leiding van een cheffin-ontwerpster in kleine aantallen topeind-creaties gemaakt op basis van slechts een vijftigtal stuks per serie, één voor alle grote steden en dorpen in Nederland. Dit waren jurken die voor de oorlog wel fl 50,- kostten en alleen door echtgenotes van ministers, burgemeesters, notarissen, bankdirecteuren en doktoren konden worden aangeschaft om te worden gedragen bij speciale gelegenheden. De verspreiding was zó geregeld, dat de dames-echtgenotes in één omgeving altijd maar één model konden kiezen uit een reeks, zonder het risico te lopen elkaar later in dezelfde outfit tegen het lijf te lopen. Ook toen werd over marktplaatsing nagedacht! Zijn tweede kledinglijn, en grootste bron van inkomsten, was een jarenlang contract voor de fabricatie van bedrijfskleding voor de serveersters van (nota bene) de Engelse Lyons Corner Houses. Dit was een bekende keten van tearooms tot de midden-zestiger jaren. Hoe opa die exportorder geregeld had kon niemand zich naderhand meer herinneren. Opa wist dus wel wat af van kleding en elegantie, inclusief zijn versie van de eerste topless jurk, te koop in een degelijke Nederlandse modezaak. Ook verbleef hij graag voor zaken in Parijs en Londen om de nieuwste modesnufjes te volgen en in zijn eigen collectie te verwerken.
Van Sweden had, bedacht ik mij veel later, vast ook een zwak voor mij. Zijn huwelijk was kinderloos en hij leek daardoor extra interesse te hebben in mijn welzijn. Dit gesprek bleek daar een typisch voorbeeld van te zijn: “Er zijn een paar zaken, die je even moet weten, jongeman”, zei hij. En vervolgde: “Je afspraak met ons loopt binnenkort af. Als je wilt kun je hier een vaste baan krijgen per 1 september, met een verhoging van salaris. Je hebt een goede instelling tot werk, iedereen kan goed met je opschieten, zelfs Mademoiselle Alice, (hij lachte alsof hij een grapje maakte), je hebt initiatief, alleen moet je van je houthakkersaccent af wanneer je Frans spreekt”. Ik glimlachte innerlijk. Joh. van Sweden (niemand wist of dat Joh. voor Johan, Hans, Jo, Sjon of Hé-joh stond, of dat hij door zijn vrienden met Jean werd aangesproken) woonde al 36 jaar in Parijs, sprak vloeiend Frans, maar was nog steeds net zo recht voor z'n raap als een Grönninger boer. Daarom kwam hij meteen met meer duidelijkheid. “Je krijgt per 1 september dan een opslag van 20% en dubbele lunchbonnen, want werken in het buurtcafé is er niet meer bij. Je gaat achter de balie en wordt verantwoordelijk voor alle hotelreserveringen, inclusief voor onze Nederlandse klant, Lissone-Lindeman’s Reisbureau, plus alle karweitjes die contact inhouden met niet-Franse klanten, zoals treinbegeleiding, assistentie van speciale klanten in Parijs, en dergelijke. Als laatste punt schrijf je je meteen in voor de meest geschikte cursus Frans voor Buitenlanders van de Alliance Française; wij betalen de rekening”. Ik begon te glimmen. Mijn toekomst begon zich af te tekenen. Alleen een Frans vriendinnetje en een Lelijke Eend, niet noodzakelijkerwijs in die volgorde, ontbraken voorlopig nog voor een mooie carrière buiten de spruitjescultuur van Nederland. De knoflook-en-petit-vin-cultuur van Parijs was immers het ultieme geluk? Ik hoefde niet na te denken en ging meteen akkoord.
Van Sweden zette het gesprek nog even voort met de mededeling dat a.s. zaterdag 1 augustus Het Grote Vertrek zou plaatsvinden, de uittocht van Parijzenaars naar het zuiden. Hij noemde ook de gelijktijdige instroom van buitenlanders voor de Grote Vakantie van omliggende landen en die van Amerikaanse toeristen. Parijs zou desondanks erg leeg lijken. Verder zou de dochter van de kruidenier in de Rue Caumartin, om de hoek, als secretaresse bij ons beginnen evenals een jongeman van mijn leeftijd, als balieklerk. Claude de loopjongen zou de volgende dag weer beginnen na zijn afwezigheid wegens familiebezoek in Algerije. Joh. meldde dat hijzelf met zijn echtgenote het komende weekeinde voor drie weken naar zijn moeder in Den Haag zou vertrekken en wenste mij succes met mijn nieuwe aanstelling. Ik zou in die periode direct aan de onder-directeur rapporteren. “En, nog even”, zei hij, ”de douche de je hier beneden gebruikt, wordt de hele maand afgesloten wegens een lekkage. De loodgieter is al vertrokken naar Nice. Sorry, je zult het anders moeten regelen. Er is achter de Au Printemps een publiek badhuis”.
Ik stapte een half uur later op de bus om de Alliance Française te gaan zoeken voor mijn inschrijving en vierde mijn nieuwe aanstaande status als baliemedewerker enkele keren met een kopje koffie op terrasjes in de zon. A la mienne!

(Wordt vervolgd)


Japanse salade van Ai-Chan.
Mevrouw Darius, mijn onverwoestbare steun en toeverlaat, die nooit een echo van een klacht heeft laten horen, zelfs als wij wéér moesten verhuizen, toen de gordijnen van de laatste keer net drie dagen eindelijk hingen, heeft nooit stilgezeten wanneer de kinderen naar school waren. Afgezien van het zoeken naar scholen, accommodatie, (binnen drie bezichtigingen altijd raak!), wáár je wát kon kopen, wie de beste nieuwe arts of tandarts zou zijn, deed zij het huishouden met de zaken die beschikbaar waren. Misschien een rare vaststelling wanneer je aan San Francisco of Londen denkt, niet zo raar als je net in Praag bent gearriveerd, net na het ophijsen van het IJzeren Gordijn. Mijn tweebenige duizendpoot wist altijd met het instinct van een ouwe vos de juiste personen, groepjes en verenigingen te vinden om zich met alle bescheidenheid en humor die zij bezit, onmiddellijk geliefd te maken. Het is mij tot op de dag van vandaag desondanks een raadsel, waarom zij als enige West Europese werd uitgenodigd voor de Asian Ladies groep in Portugal, alléén tussen Koreaanse, Japanse, Indiase, Mongoolse en Indonesische vrouwen. Want "Mevrouw mijn Vrouw" straalt alleen maar pure Britsheid uit.
Haar persoonlijke archief bulkt van papieren getuigen van etentjes, kookmiddagen, excursies, theerondjes en nog veel meer andere sociale voetstappen, die wijzen op brede interessen, hobbies en een internationale kennissenkring.
Toen wij recentelijk op de zondagsmarkt waren, waar wij onze wekelijkse inkopen doen bij de lokale boertjes, tuinders en kippenhouders, merkte ik op dat "de de wit met rozerode knolraapjes er zo mooi uitzien, alleen jammer dat die niet te pruimen zijn". Missus had al eens gehoord over mijn afschuw voor raapjes, die ik het laatst gegeten had bij mijn grootmoeder toen ik 12 jaar oud was en toen al vermoedde dat zij het zelfde recept had gebruikt voor het klaarmaken van bloembollen in de Hongerwinter. E.e.a. was reden genoeg voor Donna Darius om daar en dan een paar raapjes te kopen. Ik zag mijn geplande verse sushi die avond, waarvoor de vis al in huis was, zwaar de mist in gaan.
Gelukkig viel het mee. Een nieuwe Japanse vriendin van de Asian Ladies had haar het recept gegeven voor een bijgerecht voor sushi, dat die avond tot volle tevredenheid op tafel kwam.

2-3 geschilde in dunne plakjes of reepjes gesneden knolraapjes. Een kwart knolselderij is eveneens goed bruikbaar. Grof geraspt is een optie.

1 halve ui, zeer fijn gesneden.
Doe raapjes en de ui in een schaal met een theelepel zout (of naar smaak; denk eraan dat de soja ook zout is) en zorg dat de partjes niet aan elkaar kleven.

Maak nu een dressing van ongeveer (of naar smaak):
2 theel suiker, 1 eetl slaolie, 1 eetl sesamolie, 3 eetl witte wijnazijn, (liefst rijstazijn), sap van een halve citroen, 1 eetl droog gebakken sesamzaad, 1-2 eetl Japanse ketjap (soja).

Meng de dressing goed door de raapjes heen en laat een uurtje of twee op kamer temperatuur trekken.

Serveer in kleine porties naast de sushi. (Of een ander gerecht; het past overal bij).

 

 

 



>> Treinbegeleider
Crisis in Portugal <<
Plaats een reactie

Nog geen toevoegingen aanwezig.