Kookboekpraatjes vullen gaatjes!




Ik heb veel interesses, waarmee ik in mijn vrije tijd graag bezig ben. Van het verzamelen van kookboeken en trechters, (intussen mijn lezers bekend), tot bajonetten, oude wapens, nijlpaarden, Provençaalse santons en bijzondere snuisterijen. Daarnaast pik ik graag nutteloze informatie mee van allerlei aard, die tegenwoordig bruikbaarder is voor een leuk tafelgesprek dan politiek of voetbal. Verder strekt mijn belangstelling zich tot geschiedenis en biografieën, hoe obscuurder hoe beter. Voor dit alles kom ik als het even kan op markten, in antiekwinkels, boekwinkels, antiquariaten en op veilingen. De geur van boekwinkels is voor mij net zo sprekend als die van een thee- of specerijenhandel. Of zelfs de slagerij en (natuurlijk) de viswinkel. Daarom zal ik nooit een Kindle aanschaffen, want een boek moet je kunnen vasthouden, voelen, ruiken, niet opladen. Een boekenkaft straalt verwachting uit, als een te kleine bikini op een mooie vrouw. Een Kindle straalt geen greintje hoop uit, ruikt naar plastic en voelt als zwemmen met al je kleren aan. Misschien dat Apple ooit nog eens een e-Reader op de markt brengt, die op instelling de geur uitwasemt van "Winkelnieuw", "Pocket-muf", "Stoffig", "Glanspapier", of "Antiquariaat, met tikje vocht en streepje schimmel". Dan kunnen ze er meteen een App bij leveren, die een willekeurige e-tekst verluchtigt met hier en daar ezelsoren, vetvlekjes, oud plakband, een vergeten boekenlegger of zelfs een levensechte weergave van het afvalproductje van de rhinotillexomaan, dat je in biebboeken weleens tegen schijnt te komen. Of misschien liever een App voor het automatisch aanbrengen van een persoonlijke ex-libris als ultieme vlag op een e-Modderschuit? Toch zal ik die Apple niet kopen, ondanks het door hen op de markt brengen van mijn idee: ik kom liever in de winkel. Ooit stond ik in de kelder van een antiquariaat aan de Haagse Frederik Hendriklaan naast een bekende figuur uit de politiek, die zijn hand tegelijkertijd met mij uitstrekte naar wat later een manuscript van een Indisch kookboek bleek te zijn, dat ik niet kende. Mijn hart stond stil, maar de iets snellere man trok opgelucht het boek ernaast uit de kast, met P.A. Daum in gouddruk op de rug, zodat ik mijn geniete stapeltje gestencilde recepten en verhalen toch kon veiligstellen. Wij keken elkaar vluchtig aan met een minimaal verstandhoudend glimlachje, zelfs een beetje samenzweerderig, waarin ik vriendelijk-beleefd enige herkenning van hem achterwege liet. Want veel verzamelaars en bibliofielen blijven, net als hoerenlopers, liever anoniem als zij op jacht zijn. Ik hoorde wat later de winkeleigenaar bij het afrekenen van het boek met gedempte stem zeggen: "Hebt u weer wat nieuws gevonden voor uw verzameling Nederlands-Indië, Minister?" Mijn speciale voorkeur in Den Haag heeft Parimar-de Boekenmarkt, in de Korte Molenstraat. (Parimar.nl)  Het is een lichte, overzichtelijke zaak, in een oud pand, gedreven door een paar vriendelijke, altijd behulpzame dames. Tientallen soorten nieuwe ramsjboeken liggen met een prettige prijs te wachten op kopers, die neuzen naar bijzondere of gespecialiseerde onderwerpen: ik heb daar de afgelopen jaren al menig juweeltje gevonden. Daarna kun je twee deuren verder gezellig bij "Mien" terecht, voor goede koffie, een beschaafd broodje en een plek waar je je nieuwe boeken op je gemak kunt inkijken. Probeer zoiets eens met een Kindle!

De ontdekking van de Currywurst
Toen ik mijn stukje (Onkel Ernie) schreef over de Duitse Currywurst  baseerde ik mij voor het recept op eigen ervaring en observatie van vier jaar kramen en kroegen in Hamburg. Echt moeilijk was dat dus niet. Toen ik de geschiedenis kort wilde aanhalen bij mijn recept, en wilde verklaren waarom er kerrie gebruikt werd, vrijwel onbekend in burgerlijk Duitsland van die tijd, geloofde ik weinig van de misschiens, blijkbaars en horenzeggens, die het internet mij voorschotelde. Mijn zucht naar nutteloze informatie, het toeval en de zondagse boekenmarkt op het Lange Voorhout hebben mij recentelijk geholpen. Ik kocht daar voor een euro een spiksplinternieuw ramsjboekje met de titel "De ontdekking van de curryworst", een uit het Duits vertaalde roman geschreven door Uwe Timm, uitgegeven in Nederland door Podium, 2005. Timm vertelt over een oude dame, Frau Lena Brücker, die als jonge vrouw in 1946 een inkomstenbron moest opbouwen in het verslagen Duitsland. Zij deed dit door in het ruil- en zwarthandelcircuit alles te regelen wat zij nodig had. Lena lokaliseerde een aan drank verslaafde worstfabrikante, die zij whisky gaf voor goede kwaliteit kalfsworst, niet versneden met varkensvlees en zaagsel(!) Zij vond een Engelse legerofficier die Duitse medailles verzamelde, in ruil voor houten planken voor een kraam, een andere Engelsman die een bontjas kreeg van eekhoornvellen uit de Oekraîne in ruil voor bakolie, ketchup, sigaretten en een paar zijden bacon. Toen alles geleverd werd was er geen spek beschikbaar en kon zij in plaats daarvan alleen een kiloblik kerriepoeder krijgen. Met de ketchup en kerriepoeder maakte zij uiteindelijk een saus voor over de wat droge braadworst, omdat die door tekorten niet in een darm geleverd kon worden. Het liep desondanks storm bij haar kraam en zij werd in korte tijd erg bekend.

Ik geloof stellig dat dit deel van het verhaal op waarheid berust. Sterker nog: ik wil dat dit verhaal op waarheid berust. Timm's geromantiseerde subplot, om de vertelling op te vullen, beschrijft de direct na-oorlogse periode in de verwoeste stad Hamburg. Dat is de moeite van het lezen al waard.
En het originele recept? Dat geeft Timm ook, uit Lena's eigen mond opgetekend, in het oude-van-dagenhuis:

Neem een pure kalfsbraadworst, snijd hem in plakjes en bak. Voeg dan de ketchup en kerriepoeder toe, evenals vanille, nootmuskaat, anijs, zwarte peper en vers (gemalen?) mosterdzaad. Meng en eet warm, met een prikkertje. Staande.
Waarvan akte.


 



>> Ochtendwandeling
Stoute Alice <<
Plaats een reactie

Nog geen toevoegingen aanwezig.