Kookboekpraatjes vullen gaatjes!




Big Boss in het Hamburgse agentschap en officieel mijn werkgever, was Herr Ludwig. Waarom hij na de oorlog terugkwam in de organisatie, wat hij in de oorlog gedaan had of waar hij geweest was, kon alleen over gespeculeerd worden. Niemand wist daar iets van. Feit was dat het agentschap, misschien zelfs voormalig zijn eigendom, als Wiedergutmachung aan de rederij was overgedragen als gedeeltelijke schadevergoeding voor verloren gegane schepen en andere zaken. Ik zag hem zelden omdat hij de eerste verdieping voor zich alleen had, afgeschermd door een strenge secretaresse. Met de Kerst kon ik, met mijn collega's, persoonlijk bij hem mijn gratificatie ophalen, cash in een envelop, met een handdruk en een kerstwens. Door een foutje van de slotenmaker, had ik ontdekt dat de wc-sleutel van de derde (mijn) verdieping op zijn privėtoilet paste, hetgeen bij zijn afwezigheid de gelegenheid gaf tot een uitgebreid clandestien gebruik van de faciliteit, inclusief zachter papier, een echte, geurige handdoek en een fles Old Spice.
De oorlog was al lang afgelopen, maar ik was een Duitser toch nog te slim af, vond ik.
Mijn aanvangssalaris bedroeg netto DM 333,33 per maand, een bedrag dat niet te vergeten is, dubbel overwerktarief en lunchbonnen voor twee maaltijden per werkdag. Mijn hospita bracht mij DM 110 per maand in rekening, voor een keurige kamer met gebruik badkamer. Dat liet mij DM 223 plus overwerk per maand voor U-Bahn, levensonderhoud en Menu Plezier. In het begin stopte mijn vader mij nog maandelijks een extraatje toe, echter alles bij elkaar was het geen vetpot, dus er moest geld bij, want uitgaan was een must. Ik besloot na een jaar bij het bedrijf gewerkt te hebben, dit met mijn chef, Herr K. te bespreken. Die beloofde de kwestie binnenkort aan Herr Ludwig voor te leggen.
Een dag later werd ik bij Herr K. geroepen die mij vertelde dat Ludwig's reactie was, dat zijn Hollandse leerling te veel geld uitgaf en "maar eens een lijst van zijn uitgaven moest overleggen". Ik ging voorbij aan de paternalistische brutaliteit en koos direct eieren voor mijn geld. Tenslotte zaten onze billen regelmatig op dezelfde heilige bril! Die lijst werd gemaakt.
Ik begon, na de vaste uitgaven, met een opsomming van andere kosten. Nummer een op de lijst daarvan was het maandelijkse bezoek van mij en een groepje collega's aan het lokale stadszwembad en sauna met stoombad op zaterdagmiddag. Voor de lijst werd dit voor het gemak een wekelijkse uitgave. Verdere uitgaven werden wat aangedikt en gemanipuleerd, wat het eindresultaat op een gezond deficit bracht: op deze basis moest Big Boss beslist door de knieën gaan. Herr K. nam mijn lijst zonder commentaar in ontvangst en kwam er een week lang niet op terug. Toen ik het eindelijk niet meer uithield, besloot ik Herr K. te vragen, of er een besluit was genomen tijdens zijn vergadering met Herr Ludwig, die middag. Mijn gesprek met Herr K. was te mooi om niet in het Duits weer te geven:
Ik, gespannen, hoopvol: " Herr K., was hat Herr Ludwig gesagt?"
Herr K., droogjes, met vrolijke ogen : "Nah mien Jung, Herr Ludwig hat nur gesagt: Wäscht das Schwein sich nicht?"
En dat was dat.
 

Sloe Gin 
(Ongeveer uitgesproken als "Slow Gin", en daarom onderwerp van menige Engelse grap: one sloe gin please, but not too slow, because I am not driving tonight).).

Toen ik met mijn familie in Engeland woonde maakten wij in de late zomer regelmatig uitstapjes naar plekjes waarvan wij wisten dat de velden werden omzoomd door hedgerows, (wilde heggen). Ieder gewapend met een emmertje plukten we dan allerlei bessen en vruchten die in die rijke omgeving samen groeien: bramen, rozenbottels, wilde appels, vlierbessen, sleedoornbessen, blauwe bessen, meidoornbessen, wilde pruimen. Wij plukten alles waarvan we wisten dat de opbrengst voor menselijke consumptie geschikt was. De willekeurige hoeveelheden in het mengsel werden van blaadjes  en steeltjes ontdaan, gespoeld met fris water en met hetzelfde gewicht aan suiker tot heerlijke jam gekookt.
Met sleedoornbessen (sleeën) die wij extra plukten en apart hielden, maakten we Sloe Gin.

Het recept is als volgt:
Per fles gin 1 limonadeglas (als maat) tot de rand vullen met door een tandenstoker geprikte rijpe (= zachte)  bessen; deze bessen in een kom bestrooien met één derde limonadeglas suiker. Laat dit mengsel 24 tot 36 uur in de koelkast staan.
Doe mengsel, sap, bessen en suiker, in een grote afsluitbare pot en giet er de juiste hoeveelheid gin bij.
Laat enige weken trekken onder regelmatig schudden/roeren tot alle suiker opgelost is. De gin is nu roze van kleur met een subtiele zoete smaak. Ik heb het nooit geproefd, maar vermoed dat je dit net zo goed kunt maken met jonge jenever of brandewijn als alternatief. In Schotland schijnt men dit met whisky ook te doen. Je kunt meer of minder suiker gebruiken naar smaak. Ik maak 5 flessen zonder suiker en haal daar dan een litertje vanaf om met suiker tot likeur te mengen. G and T smaakt met deze ongezoete gin uitmuntend.
Nog even een weetje: de wat wrange sleedoornbessen, die in Nederland aan bosranden en aan het water groeien, zijn in overvloed te vinden in de Balkanlanden. Het drankje dat ervan gestookt wordt ken je vast wel: slivovitsj!



>> Hinkepoot
Bankzaken <<
Plaats een reactie

Nog geen toevoegingen aanwezig.