De oorlog, als politiek onderwerp, kwam in de dagelijkse omgang met mijn collega's van Het Agentschap nooit ter sprake. Joden, concentratiekampen en verhalen over het onbegrepen lijden van de Duitsers onder Hitler, tijdens de oorlog, al helemaal niet. De beroemde kreet "Wir haben es nie gewusst", heb ik een Duitser nooit persoonlijk horen zeggen. Er werd nooit negatief gesproken over de bezetters, Frankrijk, Groot-Brittannië of de V.S. Zelfs de Russen werden alleen maar in verband gebracht met de DDR, ondanks hun middeleeuwse overwinningsmoorden en lugubere verkrachtingspartijen. Dit soort gesprekken leek taboe, al helemaal omdat er buitenlanders bij waren. Noch had ik het idee dat de overwegend jongere medewerkers, de generatie geboren vanaf ongeveer 1930, behoefte hadden er in eigen kring over te spreken, zelfs toen ik mij realiseerde dat in iedere familie wel vaders, grootvaders, ooms en andere mannelijke familieleden aan een of ander front waren gesneuveld. Het enige dat ik mij in dit verband herinner was iemands klinische uitleg over het ontstaan van de vuurstorm over Hamburg, die verschrikkelijk geweest was en een enkeling, die mij verzekerde dat Hitler nooit gedurfd had een publieke speech te geven in het Wereldlijke Hamburg, als tegengesteld aan het Boerse Beieren. Dat klonk meer als een verontschuldiging, dan als een waarheid.
Er waren wat uitzonderingen.
Herr Römer, een baliemedewerker van bijna pensioenleeftijd, die verantwoordelijk was voor documentaanname en -uitgifte in onze afdeling, kon ongevraagd smakelijk en nog vaker onsmakelijk vertellen over zijn "avonturen" als veldhospik (Sanitäter) met de optrekkende Wehrmacht naar Moskou. Hij is niet verder gekomen dan de Oekraïne, omdat hij daar de opdracht kreeg het veldbordeel voor officieren in te richten en te leiden. De punchline van dit verhaal, dat er verder niet toe doet, was dat hij als het druk was, bij de doorgangsflap van de wachtkamertent naar de peestenten, de heren officieren in juiste volgorde van binnenkomst, maar wel volgens rang, hun condooms moest overhandigen, gebruik verplicht, na beleefd geroepen te hebben: "Nächster Herr die gleiche Dame, bitte sehr!" ("De volgende heer dezelfde dame, alstublieft!") Dat is Hamburgse humor, dat is Duitse beleefdheid.
Wranger was de opmerking van Herr K., mijn directe chef en favoriete leermeester, toen ik hoorde dat hij naar Moskou zou reizen om een groot verschepingsproject te ondertekenen. "Fantastisch Herr K.," feliciteerde ik hem, "en hoe reist u naar Moskou?" Ik dacht op dat moment aan trein of auto. Zijn antwoord was onverwacht: "Jongeman, ik ben vier keer te voet gegaan, deze keer ga ik met het vliegtuig". Ook dat is Hamburgse humor.
De laatste gebeurtenis die mij nog steeds helder voor ogen staat, is de dag dat na de lunch de oudste van onze twee acquisiteurs (vertegenwoordigers) terugkwam van wat een alcoholnatte lunch met een goede klant geweest moet zijn. Ik had al een licht, onuitgesproken vermoeden dat de man een verleden had. Dat vermoeden werd (achteraf) enigszins bevestigd toen de man in het galmende, betonnen trappenhuis naar de derde verdieping klom terwijl hij op operavolume zong:
Die Fahne hoch! Die Reihen fest geschlossen!
SA marschiert mit ruhig, festem Schritt.
Kam'raden, die Rotfront und Reaktion erschossen,
Marschier'n im Geist in unser'n Reihen mit.
Ik wist toen niet dat dit het Horst Wessellied was. Dat er iets ernstigs aan de hand was bleek uit de reactie van K. Met vuurspuwende ogen rukte hij in getergde woede de deur naar het trappenhuis open. Deze beschaafde, zachtmoedige man, brulde toen in Hoog-Duits (dat hij zelden sprak) naar de bezatte collega: "Heinz, du verdammtes Schwein, halt dein Maul". Niemand heeft er ooit een woord over gezegd, alsof er in wezen niets gebeurd was. Pas toen mijn vader mij wat later vertelde dat dit het officiële, nu verboden lied van de Nazi-partij was, begreep ik wat er aan de hand was.
Dit was géén Hamburgse humor.
Curry enzovoort
Net als Indisch eten in Nederland, kent Engeland een currycultuur, geteeld op eigen bodem. De curry houses van Brick Lane in Londen tot Leeds Road in Bradford kennen gerechten, die je in India nooit zult tegenkomen. De Balti is zo'n gerecht dat enige jaren geleden uit het niets verscheen en ontwikkeld schijnt te zijn door een handige Bradfordse restaurateur, die iets nieuws op zijn menukaart wilde hebben. Men beweert nu, achteraf, dat Balti een Portugees-Hindi naam is voor emmer (Portugees: balde) omdat dit gerecht traditioneel in een (soort) emmer wordt gekookt en geserveerd in de Kashmir. Ik geloof er maar weinig van, al was het maar dat de Portugezen nooit in Kashmir geweest zijn. Nog recentelijker is het de Zoetzure Pathia dat opeens op menukaarten opgang maakt. Ook hier is er een mythe in de wereld gebracht, dat dit een van oorsprong Perzisch gerecht is dat in Noord Pakistan is verbasterd. In mijn Groot Perzisch kookboek is niets te vinden dat lijkt op dit gerecht en in mijn hele verzameling Indiase kookboeken wordt er met geen woord over gerept. De man die dit verzonnen heeft, werd kennelijk geïnspireerd door het feit dat zoetzuur varkensvlees, koe lu yuk, in Engeland het meest populaire gerecht is bij de Chinees. Kan niet schelen. Ik heb een recept dat erg lekker is. Of het wel of niet traditioneel is doet er niets toe. Het is eenvoudig te maken.
Je hebt het volgende nodig voor 4 tot 5 personen.
Gebruik kleine (bv. Chinese soep-) kommetjes om de ingrediënten klaar te zetten:
Kom 1:
1/2 theel gestampte kaneel, geplette kardamonzaadjes uit 4 zaaddozen, 5 kruidnagels, 5 blaadjes jeruk purut, 10 cm uiteinde van een verse stengel sereh, indien gebruikt, het deel dat overblijft van kom 3, (allemaal Indische winkel)
Kom 2:
2 grof gesnipperde grote uien, 1 - 2 fijngesneden groene lomboks (Naar smaak)
Kom 3:
1 theel gestampte koriander (ketoembar), 1 theel garam masala, 1 theel paprikapoeder, 1 theel kerriepoeder, 1/2 tot 1 theel cayenne poeder of chili poeder, 5 cm stuk schoongesneden verse kurkuma of 1 theel kurkumapoeder (ook bekend als koenjit)
Kom 4:
een in een blender tot een gladde pap gemalen mengsel van 3 flinke tenen knoflook, 1 eetl geraspte gemberwortel, 5 cm geraspte of zeer fijngesneden sereh of een halve theelepel geraspte citroenschil, een stuk geplette/geraspte gula jawa (Indonesische palmsuiker) waarmee je een eetl kunt vullen, 1,5 theel tamarindegelei (allemaal Indische winkel), een middelgrote gesnipperde ui, 4 rijpe ontvelde en ontzade tomaten, (verwijder hart), half glas tomatensap of water, 2 - 3 plakken ananas, eventueel uit blik, of 3 rijpe perziken zonder schil of pit, twee eetl tomatenpuree
Verder:
Verse tomaten, 3 stuks, ontveld, in kwarten
1 Kop sterke kippenbouillon
Flinke bos verse koriander (zeepkruid)
Scheut bakolie, 3 - 4 eetl, (liefst mosterdolie, zie Pompoenchutney voor koopadvies)
Kipfilet, ± 4 borsten, zonder vel, in dobbelstenen gesneden
Zo doe je het:
A. Verhit de olie op hoge vlam, voeg inhoud kom 1 toe en bak kort (30 sec)
B. Zet vlam op half, voeg inhoud kom 2 toe en bak de uien/kruiden verder onder roeren (2 minuten)
C. Schuif alles naar een kant van de pan, doe een klein scheutje olie op het vrije deel, verhit even en stort de inhoud van kom 3 in de olie. Laat 20 sec bakken
D. Zet vlam hoog, stort de inhoud van kom 4 in de pan en roer alles goed dooreen, bak voor 2 tot 3 minuten
E. Voeg de bouillon toe en laat mengsel op lage vlam een kwartiertje stoven
F. In de tussentijd braad je de blokjes kip in olie en wanneer er geen rauwe plekjes meer te zien zijn is de kip klaar om toegevoegd te worden aan het mengsel. Laat 10 minuten doorstoven. Je kunt nu de pan koel wegzetten tot etenstijd, zelfs de volgende dag
Voor gebruik aan de kook brengen, even laten stoven, eventueel een stukje kip op gaarheid controleren, voeg een flinke hoeveelheid gehakte koriander toe en de parten tomaat, eventueel nadat je de stengel sereh en de blaadjes purut eruit hebt gevist. Serveer met witte rijst, chutney of pickles naar smaak en een glas koud bier.