..... don't bray at him
(Vrij naar George Herbert's Jacula Prudentium)
Er werden op het schip, naast mijzelf, vijf tallylieden afgezet en een "opperhoofd", een schrijver en drie man die iets onduidelijks (d.i. onduidelijk voor mij) moesten doen op de lichters. Het schip lag aan "de palen", enorme dukdalven in de Elbe, met een aantal lichters aan beide zijden. Wij waren aan boord van de barkas al ingedeeld door het opperhoofd, over zes ruimen, maar ik had niemand horen zeggen wat de lading was. Ik werd ingedeeld naar luik 5. De ploegen havenarbeiders waren allemaal gekleed in de typische, blauwe, hardkatoenen Hamburgse schipperskiel. De mannen droegen zonder uitzondering een zeer smoezelig Duits zeemanspetje, voorzien van het geëmailleerde bedrijfsvlaggetje van hun werkgever en stonden klaar om te starten, omdat de ruimen net waren geopend. De troepen stonden nog even in sappig Hamburgs-platt te kletsen, toen ik een vreemd moment had. In een flits zag ik dat er arbeiders in een groepje stonden te praten óp de ruimafdekking, die er niet meer was, toen ik mij realiseerde dat de mannen al op de lading stonden: 10.000 ton ingeblikte ananas en fruitsalade uit Zuid-Afrika. Wakker worden! Del Monte! Het schip was tjok en tjokvol dozen fruitconserven, prachtig om en om gestapeld als verse bakstenen bij een steenfabriek, van de dieptanks tot net onder het luikhoofd. Het opperhoofd gaf mij een rondgebogen metalen ring met 200 nummers gestanst in aluminium schijfjes, ieder met een touwtje. In een snelle uitleg vertelde hij hoe de dozen om en om op de twee laadborden gestapeld moesten worden, die mijn ruim "bedienden", in zes lagen van acht. Dus 48 per hijs. Een onnodige aanwijzing: de mannen hadden al een half leven ervaring, ik was een groentje. Mijn taak was het aanbrengen van een volgnummer op het moment van uithijsen. De donkeylieden (liermachinisten) mochten niet winchen vóór het nummertje hing, maar omdat alle arbeiders wisten dat zij konden afnokken als zij voortijdig klaar waren, werd er meteen een moordend tempo ingezet, nummertje of geen nummertje. Mijn geroep om een bij te houden snelheid werd door de "donkeys" met kleurrijke verwensingen genegeerd en dit dwong mij tot totale concentratie: snel kreeg ik de slag te pakken. Laag na laag dozen werd van de stapel afgeschild en langzaam zakten we allemaal naar de bodem van het schip alsof we in drijfzand waren geraakt. Zo ging dat zonder pauze de gehele nacht van vrijdag door, tot de late ochtend van zaterdag: klaar! De losploegen gingen prompt van boord. Ik verlangde naar een hap eten, iets te drinken en mijn bed. Maar niets was wat dat laatste betreft minder waar: met mijn nieuwe collega's klom ik aan boord van de watertaxi, waar bakken met sandwiches klaarstonden en flesjes met mineraalwater. Kort daarop werden wij bij een volgend schip afgezet, waar ik eenzelfde taak kreeg toebedeeld in een ruim dat volgestouwd was met nauwelijks verpakte Filipijnse rotan meubels. Uren later moest ik voor de derde leer een statietrap op, deze keer op een Duits schip dat duizenden dozen Beck's Bier aan het laden was voor een onbekende bestemming. Hier werd ik tot ladingscontroleur gebombardeerd, geen nummertjes dus, verantwoordelijk voor het toezicht houden op de stuwadoors: er mocht niet gerookt worden en het openen van krimpfolie en dozen (dus stiekem drinken) was streng verboden. Het moge duidelijk zijn, en zeer voorspelbaar, dat ik niemand betrapte met een fles bier of zelfs flesopener in de vingers. Ook kon ik naderhand naar waarheid zeggen dat, behalve een paar dozen die op mysterieuze wijze van een laadbord waren gevallen (?), ik mijn taak goed had uitgevoerd. Uiteraard was ik geen partij voor een groep doorgewinterde dockers, die alsmaar meer bezopen werden. Mijn opperhoofd lachte achteraf wat schamper en wees mij eindeloze rijen lege flessen achter dekbalken en onder vloerplanken. Het leek alsof er net een boerenbruiloft was gevierd.
Al met al, na de hele vrijdagnacht, de hele zaterdag, zondag en zondagnacht gewerkt te hebben, liep ik na afloop van Landungsbrücken naar kantoor omdat naar huis gaan geen optie meer was, om op tijd op mijn werk te kunnen verschijnen. Moe, stoffig en een geur verspreidend ben ik op de stoep zittend naast de gesloten voordeur van kantoor om half acht in slaap gevallen en werd een half uur later wakker door Herr K., die aan mijn schouder trok. "Hoe was 'ie?, Heb je veel geld verdiend dit weekeinde? Ga naar huis, neem een douche en slaap zo lang uit als je wilt". Ik liet mij dat geen twee keer zeggen en sliep maandag en het grootste deel van dinsdag door. Toen ik op woensdag op mijn werk verscheen, lag mijn loonzakje van de tally-firma op mijn bureau te wachten; in rond 48 uur had ik anderhalf maal mijn maandsalaris verdiend. Niemand had enig commentaar op mijn weekeinddiensten. Alleen aan het einde van de maand bleek tot mijn grote verrassing dat mijn karige vergoeding als trainee/leerling fors was verhoogd.
Deense Hyldedrik, ofwel vlierbloesemsiroop, en gefrituurde vlierbloesem
Het is nog winter, maar voor we het beseffen is het voorjaar weer aangebroken. Dan is het tijd voor het maken van deze siroop, die met water of Spa rood en ijsblokjes een heerlijk verfrissende drank maakt. In Scandinavië (Denemarken en Zweden in het bijzonder) is dit een jaarlijks terugkerend ritueel voor de familie:
20-25 parapluutjes frisse vlierbloemen
2 afgestreken soeplepels citroenzuur (wijnsteenzuur)
1 kg suiker
2 flinke uitgeperste citroenen
De schillen hiervan grof in stukjes gesneden
Doe alle ingrediënten in een geschikte kan of pot en overgiet alles met een liter kokend water, onder langzaam roerend met een houten lepel. Laat dit mengsel op een koele plaats voor een dag of vijf afgedekt staan. Zeef alle bestanddelen en ongeregeldheden (soms wat insectjes) uit de vloeistof. Bewaar deze in kleine plastic flesjes in de diepvries maar laat een klein hoeveelheid in de koelkast staan voor direct gebruik. Op deze wijze is het onnodig nog een conserveringsmiddel toe te voegen. De siroop 1 op 5, of naar smaak, verdunnen voor gebruik.
Als je meer bloesem plukt en van eventuele insectjes ontdoet, kun je "parapu's" in licht beslag dompelen en frituren. Knip eerst zoveel mogelijk van de steel af. Kijk op het internet voor variaties.
GWalet | 18-03-2013 18:04 |
Niet alleen geven de verhalen een ruime blik op het leven van een rederij-slaaf, ze verklaren ook veel over diens doen en laten op latere ( lees huidige) leeftijd. U is overduidelijk door hard werken, overmatig drankgebruik en wereldlijk voedsel gevormd. Ondergetekende wacht alleen nog op het moment dat de trechter in uw leven verschijnt, dan is ook dit mysterie opgelost. Trechter = progressieve tunnelvisie? Ik weet het niet. Groeten, een fan. |
TK | 03-03-2013 20:15 |
Hey mister tallyman, tally me banana... Uit de bananaboat song van Harry Belafonte. Komt rechtstreeks uit het nederlands: "Tel man" Volgens Wikipedia: Telman is a village and municipality in the Astara Rayon of Azerbaijan. It has a population of 1,224. Voor etymologie vind ik alleen: tally (n.) mid-15c., "stick marked with notches to indicate amount owed or paid," from Anglo-French tallie (early 14c.), Anglo-Latin talea (late 12c.), from Medieval Latin tallia, from Latin talea "a cutting, rod, stick" (see tailor, and cf. sense history of score). Meaning "a thing that matches another" first recorded 1650s, said to be from practice of splitting a tally lengthwise, debtor and creditor each retaining one of the halves. Sports sense of "a total score" is from 1856. tally (v.)
mid-15c., from Medieval Latin talliare "to tax," from tallia (see tally (n.)). Related: Tallied; tallying. In het Nederlands: op de lat schrijven, kerven. Groet Darius |
Darius. PS Een trechter is als een verrekijker: afhankelijk van welke kant je erdoor kijkt ziet hetzelfde er anders uit.