Kookboekpraatjes vullen gaatjes!




Jullie Darius heeft wel eerder een titel of subtitel met dubbele bodem neergezet vóór zijn relaas. Op deze laatste dag van mei wil ik echter niet over de kunst van voortplanting schrijven, mocht je die indruk hebben. Waar ik wel bij stil wil staan is een gedachte, die ik deze vroege morgen had, toen ik met mijn betere helft én een kopje koffie in de zon zat op de brede stoep voor ons cafeetje. De schitterende blauwe hemel en de warme zon gaven mij een gevoel van ultieme rust, terwijl de eerste geuren van gebakken knoflook voor de dagelijkse lunch van Dona Paula, de eigenaresse en kokkin, uit een beginnend bacalhau- gerecht opstegen. Ik was enkele minuten na mijn broodje klutsei al over de lunch aan het nadenken, een verwerpelijke gedachte volgens Calvijn én mijn echtgenote. Maar hij heeft hier nooit bacalhau gegeten en zij heeft een voorkeur voor de gehakttaart.
Ik bedacht mij plotseling, dat ik op 5 mei 2011 schreef over deze "pastelaria", waar wij toevallig beland waren na het wandelen met onze K-9's (Kay Nines). Wij zijn normaliter geen kroeglopende koffiejockeys, maar onze Portugese lerares Portugees had haar leerlingen onderwijselijk dringend aangeraden een geschikte lokale pastelaria te vinden, om
 dáár de krant te lezen, een kopje koffie te nuttigen, met de inlanders te praten en, zo nodig, te snoepen of te lunchen zoals de Portugezen dat doen. Je kunt dat gedrag uitleggen als de woonkamer buitenshuis. Als onderdeel van de gehoorzame spruitjesgeneratie, hebben wij die raad sinds mei 2011 serieus opgevolgd! Meer dan 1000 keer, behalve wanneer wij kort afwezig moesten zijn vanwege vakantieverplichtingen of om dwingende andere redenen. Een jubileum dus: duizend vroege morgens, meer dan duizend kopjes koffie, duizend keer gefocust op ons leven in dit land. 
Vandaag hebben we onverwacht nog een tweede jubileum gevierd. Met ieder een tweede kopje koffie en een pastel de natas, het lokale ambrozijn, voer voor de onsterfelijken: het puddingkuipje van bladerdeeg met kaneel. Dat kwam omdat wij plotseling werden aangesproken door een jongeman, die ons bom dia wenste en vroeg hoe ons uitje naar het Spaanse Sevilha was geweest, vorige week. Dit vergt enige uitleg. Omdat onze auto moest worden ge-APK't en ik daar tot nog toe iedere keer 2 x 2400 km voor heb moeten rijden naar Nederland, heeft de RDW na honderden klachten hierover van onze mede buiten-landers, met al de wijsheid van een staatsorgaan besloten, dat dit nu als test tot 2016 ook in Spanje mag plaatsvinden. Daarvoor is het meest nabije teststation "slechts" 500 km van mijn Portugese woonplaats verwijderd, waar zich tenminste vijf van zulke hypermoderne staats-teststations binnen 10 km van ons adres bevinden. En waarvan één, zuur genoeg, op slechts 50 meter van onze pastelaria! Het is merkwaardig dat in het verenigd Europa met vrij verkeer, waar de politiek de mond vol van heeft, de wetgever niet in staat is de APK eenvoudigweg uit te besteden aan de APK-autoriteit van het land van voorlopig verblijf. Nog afgezien van het feit dat de controle vele malen grondiger en professioneler lijkt, dan die van bepaalde obscure garagebedrijfjes in Nederland, die je ook nog allerlei onnodige, oncontroleerbare reparaties aan mogen smeren. Met de website-print-outs van de maximale en minimale waarden van lichten, remsystemen en uitlaatgassen e.d. had ik mijn auto laten voorkeuren bij een lokale garage waar de voor- genoemde jongeman werkte die mij toen geduldig liet uitpraten met mijn wensen, tot het te technisch werd en hij zelf in vloeiend Engels uitlegde wat ik wenste te bedoelen.
Deze jongen, van begin twintig, schudde ons vanmorgen hartelijk de hand en vroeg of de APK goed verlopen was. (Si, muito bem, obrigado!) Hij weigerde beleefd het aanbod van een kopje koffie en vertrok. Toen realiseerde ik mij dat wij nog een ander jubileum te vieren hadden: sinds onze deelname aan het sociale leven van het café was dit de 25-ste klant, die ons geaccepteerd had als "deel van het meubilair". Mensen met wie je regelmatig een praatje maakt, de hand schudt of vriendelijk groet, of waar je van verwacht er op een bepaald uur te zijn of die je zijn of haar krant te lezen aanbiedt.
Zoals de vriendelijke straatveger met zijn groene ton op wielen, die de lokale straatgoten schoonhoudt. Hij zwaait altijd als hij ons ziet, met zijn bezem, waardoor zijn ton een ongeleid projectiel lijkt te worden. De postbode; de secretaresse van het medisch centrum; de kapper en zijn vader, die ook hier alleen maar over voetbal kunnen praten. De jonge slager en zijn vrouw, die altijd willen weten of het een onsje meer mag zijn en je i.p.v. één onsje twéé onsjes meer geven. De kletsgrage Zuid-Afrikaanse, die hier al 50 jaar woont en ons zondags naar de Gereformeerde Gemeente wil lokken. De man van de verfwinkel, die mij de volle professionele korting geeft, op een potje verf van een kwart liter. Om de andere 16 klanten maar niet te noemen.

In het kort: allemaal mensen, die een mens maken. Allemaal mensen, die ons herdenken van het jubileum waard zijn. 
We namen daarom ieder nog dat tweede kleintje koffie, met een pastel de natas.
Om nog onsterfelijker te worden.

 

Anchoïade
Dit is de naam van een Franse saus; maar in de Provence bedoelt men er ook een gerecht mee:  een mand gevuld met crudités. Dat zijn rauwe, schoongemaakte, in vingerlange repen gesneden komkommer zonder zaad, paprika-wangen in alle kleuren, bosuitjes, seleriestengels (liefst met loof) en worteltjes. Verder vind je in zo’n mand vaak radijsjes (zonder staartje, maar met 3 cm vers loof dat in Nederland er om een of andere reden wordt afgesneden), roosjes bloemkool, roosjes broccoli, kleine (snoep)tomaatjes, een of twee hardgekookte eieren in de schil p/p,  gespleten stronkjes Brussels lof of losse lofblaadjes, gesneden champignons, kleine (gekookte) aardappeltjes. De keuze is vrij naar het seizoen en wat je lekker vindt. Je dipt groente van je keuze in de saus en klaar is Kees.
Als picknick-lunch langs het zwembad of meer, of op het strand of de boot is dit de ideale oplossing voor een eenvoudige vingermaaltijd, die niet gekoeld vervoerd hoeft te worden. Alleen je fles witte wijn of witte sangria moet koud zijn. Je eet er een stuk korstig vers brood bij (eventueel gedipt) en wij hebben altijd een flinke bak met olijven op stand by. Een bakje met overgebleven anjovisjes om zo met een beetje olijfolie op brood te eten, is alleen voor de echte liefhebbers weggelegd.

Voor de dipsaus (4-5 personen) plet je 12 -15 ansjovisjes zonder graatjes (daarvoor kies je bij voorkeur het Spaanse of Italiaanse , product, verpakt in olijfolie, niet de gezouten versie) en meng je die met 4-5 geperste tenen knoflook en een wat citroensap tot een zalfachtige massa. Je komt heel ver met de bolle kant van een lepel op een plat bord! Maal er wat peper overheen en dan roer je in een kom er langzaam twee deciliter goede olijfolie doorheen.

 

Voor diegenen die dit bij voorbaat niet lekker vinden meng je 4-5 geperste tenen knoflook met wat citroensap, versgemalen peper en een kopje lekker mayonaise, tot een eenvoudige aïoli. Dippen maar, misschien wel van twee walletjes.

P.S. Naar aanleiding van de bovengenoemde radijsjes: al onze zuidelijke Franse vrienden aten die het liefst met het loof als smaakversterker, nadat in de onderkant van ieder radijsje een kruis werd gesneden en daar een kluitje boter in werd gepropt. Met een tikkie zout erop!

 

 

 

 

(Wonen in Portugal)



>> Huurders (1)
Agence de Voyages (1) <<
Plaats een reactie

Nog geen toevoegingen aanwezig.